Om jouw privacy te respecteren, maken we géén gebruik van analytische cookies. We maken enkel gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

Deel op facebook
Deel op X
Deel op facebook
Deel op X

Ontwerp Vlaams MaaS Afsprakenkader

Deze tekst is het resultaat van de besprekingen die de voorbije maanden plaats vonden tussen heel wat stakeholders. Hier werd tot 15 juni feedback op gegeven. Dit is een volgende stap in de ontwikkeling van een afsprakenkader voor het Vlaamse MaaS-ecosysteem.

Verklarende woordenlijst
1. Inleiding
2. Waarom dit Vlaams Maas afsprakenkader?
3. Principes
4. Afspraken
  4.1 Engagementen van MaaS aanbieders
  4.2 Engagementen van vervoersaanbieders
  4.3 Engagementen van lokale overheden
  4.4 Engagementen van alle actoren
    4.4.1 Data
    4.4.1 Aansprakelijkheid
5. Beleidsaanbevelingen (Vlaamse) overheid
  5.1 Financiële aspecten
  5.2 Erkenning en toezicht
  5.3 Verdere ontwikkeling MaaS ondersteunen

Verklarende woordenlijst

  • Erkende stakeholders: MaaS- en vervoeraanbieders die voldoen aan de
    erkenningsvoorwaarden die vanuit de overheid (verschillende niveaus) opgesteld worden.
  • MaaS aanbieder: private en publieke MaaS operatoren met een (multi)modaal aanbod met
    Plan-Book-Pay naar diverse klantensegmenten.
  • Vervoersaanbieder: aanbieder van fysieke mobiliteitsdiensten (publiek of privaat, collectief of
    individueel, micromobiliteit of deelsysteem diensten, …
  • Waardepropositie: is een beschrijving van een product of dienst uitgedrukt in de meest
    waardevolle en onderscheidende elementen in de ogen van een klant.

1. Inleiding 

Teneinde het MaaS ecosysteem optimaal te kunnen laten werken in Vlaanderen, nam de Vlaamse overheid het initiatief om via een (meerjarig) co-creatieproces te werken aan een gedragen Vlaams MaaS afsprakenkader. In het najaar van 2020 werd van start gegaan met dit co-creatieproces in samenwerking met 5 MaaS stakeholdergroepen die samen de kernactiviteit  (cfr. ‘Core business’) vormen van het MaaS ecosysteem, met name:

  • gebruikers
  • MaaS aanbieders
  • vervoersaanbieders
  • lokale besturen
  • datamakelaars

Om te komen tot een Vlaams MaaS afsprakenkader werden in deze eerste fase een aantal basisafspraken in kaart gebracht. Deze basisafspraken zijn een beginpunt in het opbouwen van een Vlaams MaaS afsprakenkader en vormen ‘minimale kwaliteitseisen' die de betrokken actoren (gezamenlijk en ten opzichte van elkaar) nodig achten om tot een intensievere samenwerking te komen. Samenwerking is essentieel om een open MaaS ecosysteem optimaal te laten werken. Belangrijk om mee te geven is dat deze basisafspraken steeds gelden binnen alle toepasselijke huidige en toekomstige wetgeving(en).

De komende jaren toetsen de stakeholders deze basisafspraken aan de ontwikkeling van het MaaS-ecosysteem en verbeteren en verfijnen we ze.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

2. Waarom dit Vlaams MaaS afsprakenkader?

De partijen die dit afsprakenkader onderschrijven engageren zich ertoe om duurzame combimobiele mobiliteit te stimuleren door meer in te zetten op combimobiliteit in zowel stedelijke als landelijke gebieden, en tijdens piek- en daluren. Op deze manier wil dit afsprakenkader er mee voor zorgen dat alle gebruikers, met aandacht voor sociale inclusie,  kiezen voor duurzame modi om zich vlot te verplaatsen, én ondersteunt dit afsprakenkader een betere bereikbaarheid van belangrijke maatschappelijke functies. Hiertoe streven alle partijen naar een optimale mix van slimme, inclusieve en/of complementaire vervoersmodi en een goed uitgebalanceerd en frequent aanbod. Hierover communiceren ze op een transparante, uniforme, heldere en laagdrempelige manier. Bovendien streven ze naar een balans tussen maatschappelijke en commerciële belangen met erkenning én respect voor het invullen van de noden van de individuen.

Om duurzame combimobiele mobiliteit te stimuleren waarbij de eindgebruiker centraal staat is een goede marktwerking essentieel. Deze bestaat uit twee complementaire pijlers. Enerzijds dit raamwerk van afspraken tussen stakeholders en anderzijds een toezichthoudende en ondersteunende (lokale of regionale) overheid. Deze toezichthoudende overheid bewaakt het doel van een duurzame mind en modal shift en het bereiken van maatschappelijke doelstellingen door o.a. meer marktwerking binnen het combimobiele speelveld te stimuleren en daarvoor ook het benodigde flankerende beleid op te zetten. Dit beleid bestaat minimaal uit kwaliteitseisen en flankerende maatregelen. Om marktwerking rond combimobiliteit mogelijk te maken is eveneens een zo groot mogelijk multimodaal aanbod noodzakelijk (in principe: het volledige digitaal marktaanbod).

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

3. Principes

Er wordt in stappen gestreefd naar een inclusieve one-stop-shop (plannen, boeken, betalen), context gerelateerde diensten, optimale bescherming van en transparante info voor elke gebruiker. Centraal staat dus de gebruiker en diens behoefte aan gepersonaliseerde, combimobiele vervoersoplossingen op maat - met oog voor sociale inclusie. Hiertoe voorzien de vervoersaanbieders dat alle digitale diensten/middelen/vervoersbewijzen die relevant zijn voor de MaaS oplossing binnen redelijke termijn beschikbaar zijn voor de MaaS aanbieders die dit afsprakenkader onderschrijven. En omgekeerd, dat de digitale diensten van de vervoersaanbieder op een niet discriminerende wijze wordt aangeboden in de MaaS oplossing en bruikbaar zijn voor alle gebruikers van beide partijen.

Waar mogelijk, worden gebruikers betrokken bij de uitrol en verdere ontwikkeling van het MaaS ecosysteem.

De waardepropositie van de actoren binnen het MaaS ecosysteem is vrij en kan volgens de regels van de vrije markt gebeuren. Ze houden hierbij rekening met de spelregels bepaald door de toezichthoudende overheid, dit raamwerk van afspraken én de contractuele afspraken tussen beide partijen (i.e. vervoersaanbieder en MaaS aanbieder). Binnen deze context (cfr. regels toezichthoudende overheid & dit afsprakenkader) kunnen MaaS aanbieders en vervoersaanbieders zelf bepalen welke vervoersdiensten ze willen integreren en tegen welke voorwaarden bijkomende eigen diensten worden aangeboden.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

4. Afspraken

4.1 Engagementen van MaaS aanbieders 

MaaS aanbieders hanteren het principe van duurzame mobiliteit bij hun marktaanbod aan hun klanten waarbij gestreefd wordt naar een divers aanbod van aanbieders.

De MaaS aanbieders rekenen dezelfde prijs voor tickets en abonnementen aan als de publieke vervoersaanbieders (geen meerprijs, geen kortingen). Dit houdt ook in dat tariefproducten niet (her)verpakt worden.

MaaS aanbieders garanderen een transparante voorstelling van alle vervoersaanbieders en, indien parametriseerbaar, onder controle van de eindgebruiker die zelf de voorkeuren weergeeft.

MaaS aanbieders voorzien de gebruiker van eerstelijns-support, en kan ofwel in tweedelijns support aanroepen van de vervoersaanbieder ofwel direct doorverwijzen naar de vervoersaanbieder, en zo binnen een aanvaardbare termijn vragen van gebruikers beantwoorden.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

4.2 Engagementen van vervoersaanbieders

Er wordt gestreefd naar een commissie of vergoeding die evenredig is met de meerwaarde van de MaaS aanbieder naar de reiziger en vervoersaanbieder toe. Een productontwikkeling oefening wordt opgestart om het ecosysteem leefbaar te maken.

De vervoersaanbieder voorziet een mogelijkheid tot klachtenbehandeling voor de gebruiker, waardoor een gebruiker op 2 niveaus een aanspreekpunt heeft. De gebruiker van een MaaS-dienst heeft dus rechtstreekse toegang tot zowel de gebruikte vervoersdienst als de Maas-dienst om klachtenprocedures te starten.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

4.3 Engagementen van lokale overheden

Lokale overheden engageren zich tegenover de MaaS-actoren om de ontwikkeling van het MaaS-ecosysteem te ondersteunen met flankerende maatregelen:

  • Het aanleveren van beschikbare en relevante lokale data volgens het data voor dataprincipe.
  • De regelgeving en licentievoorwaarden af te stemmen met andere lokale overheden om een transparante werkomgeving te creëren.
  • Lokale communicatiemiddelen in te zetten om MaaS toepassingen te laten ontdekken door burgers en reizigers.
  • Haar bemiddelaarsrol te vervullen bij conflicten op het terrein.
  • Het maximaal ondersteunen van een open-MaaS-ecosysteem.

Lokale overheden zullen zich opstellen als volwaardige en gelijkwaardige partner voor alle MaaS- en vervoersaanbieders zowel in verplichtingen als rechten.

De lokale besturen zijn beschikbaar om het MaaS afsprakenkader op gepaste tijden te evalueren en bij te sturen om ook in de toekomst door proactieve advisering de consensus alle kansen te blijven geven.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

4.4 Engagementen van alle actoren

4.4.1 Data 

Erkende stakeholders engageren zich tot een minimaal niveau van (technische) interoperabiliteit. Ze engageren zich om de standaarden, protocollen en procedures te definiëren, die nodig zijn om multimodale mobiliteitsdiensten voor alle categorieën gebruikers te garanderen.

Erkende stakeholders engageren zich ertoe om bestaande standaarden te gebruiken als referentie en om OSLO als het semantische referentiemodel en -proces te gebruiken. Erkende stakeholders maken hun data minstens OSLO-interpreteerbaar. Ze nemen ook deel aan de voortdurende verbetering van het OSLO semantische model en gerelateerde tools.

De erkende stakeholders engageren zich tot het opstellen van een data governance framework, waarbij de regels voor data uitwisseling transparant vastgelegd worden.

  1. Welke data wordt er gedeeld?
  2. Met wie wordt de data gedeeld?
  3. Wat is het doel van de data die gedeeld wordt?
  4. Wanneer wordt de data gedeeld?
  5. Hoe lang wordt de data gedeeld?
  6. Hoe wordt de data verder gebruikt?

Bovenstaande data sharing principes zullen op hun beurt worden vertaald in data governance principes als een uitbreiding op de huidige MaaS richtlijnen.

Om de (technische) interoperabiliteit te garanderen, is 1) toegang tot data en 2) toegang tot de diensten nodig.
Wat betreft toegang tot data is een minimale dataset vereist om aan de behoeften van de gebruiker te voldoen. Momenteel percipiëren we de minimale dataset als volgt:

  • Productomschrijving (en): tarieven, …
  • Voertuigkenmerken
  • Gebruikerskenmerken
  • Post-trip informatie
  • (realtime) locatiegegevens
  • (realtime) beschikbaarheid (van reismodi)

Wat betreft toegang tot diensten gaat het om toegang tot tariefproducten via relevante boeking APIs.

Erkende stakeholders engageren ten opzichte van het open data-principe ter ondersteuning van technische interoperabiliteit. Er wordt erkend dat niet alle data geschikt is voor openbaarmaking. Het onderscheid in publieke/confidentiële data zal uiteengezet worden op basis van de te ontwikkelen data categorisatie.

Wat betreft data is het eveneens belangrijk dat de customer journey in kaart wordt gebracht waarbij de stakeholders zich ertoe engageren om het wie, wat, waar, wanneer en het gegevensbewaarbeleid te definiëren.

Daarnaast is ook het beschikbaar stellen  van data essentieel om de gebruikers combimobiele vervoersoplossingen op maat te kunnen aanbieden. Om uitgebreide discussies over de modaliteiten van data-uitwisseling betreffende elke individuele gegevensbron te vermijden, wordt voorgesteld om herbruikbare beleidslijnen op te stellen op basis van data categorieën. Tenslotte is het ook van belang dat er transparantie is over wat met data gebeurt.  

Zowel de MaaS- als vervoersaanbieder zijn in het kader van de GDPR wetgeving beide data controllers en derhalve gegevensverantwoordelijke. MaaS aanbieders kunnen persoonsgebonden data verstrekken aan de vervoersaanbieders en overheden, mits toestemming van deze persoon en mits dit doelmatig is voor het doel dat de vervoerder of overheid er mee heeft. Bovendien wordt gestreefd naar 1) maximaliseren van data portability ter verbetering van ervaring gebruikers en, 2) het aanleveren van beschikbare en relevante (lokale) data volgens het data voor dataprincipe (i.e. data reciprocity).

Er wordt maximaal ingezet om data (via metadatering) automatisch door te laten stromen naar het Vlaams Open Data Portaal en zo naar het Belgisch federaal National Access Point (NAP op www.transportdata.be) zoals bepaald in de Europese richtlijnen.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

4.4.2 Aansprakelijkheid

Alle actoren (i.e. vervoersaanbieders, MaaS aanbieders, lokale en regionale autoriteiten) engageren zich om hun contractueel afgesproken aansprakelijkheden op zich te nemen. Dit in het belang van de gebruiker aan wie we een veilig en te vertrouwen vervoersaanbod willen geven.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

5. Beleidsaanbevelingen (Vlaamse) overheid

5.1 Financiële aspecten

  • De (Vlaamse) overheid biedt niet alleen financiële steun voor technische ontwikkelingen van eigen diensten maar ook innovatie-ondersteuning om (Vlaamse) Maas- en vervoersaanbieders zich te laten conformeren met vigerende standaarden (en API policies) en zo de aansluitingsvergoedingen gaandeweg tot 0 te herleiden.
  • Een geïntegreerd derde-betalerssysteem op Vlaams niveau (onder meer voor abonnementen) met lokale accenten wordt uitgewerkt dat het mogelijk maakt voor andere spelers om dit derde-betalerssyteem te integreren. Dit Vlaamse derde-betalerssysteem is tevens gekoppeld aan lokale derde-betalerssystemen en B2B derdebetalerssystemen met werkgevers.
  • Om aansprakelijkheid betaalbaar te houden zorgt de Vlaamse overheid ervoor dat de “mutualisering” principes door de verzekeringssector gerespecteerd blijven, ook voor het MaaS ecosysteem.
  • De Vlaamse overheid ondersteunt en initieert innovatie door een (regelluw) kader te creëren voor co-creatie.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

5.2 Erkenning en toezicht 

  • Er moeten uniforme erkenningsvoorwaarden worden opgesteld voor de spelers (zowel vervoer als MaaS aanbieders), met voldoende vrijheidsgraden voor lokale overheden, zodat deze voldoen aan minimale kwaliteitseisen met het oog op de bescherming van de reiziger en de commerciële relatie die tussen beiden zou kunnen ontstaan. Om toe te laten dat een vervoersaanbieder én MaaS aanbieder erkend kan worden, moeten er vanuit de Vlaamse overheid minimale kwaliteitseisen worden opgelegd op vlak van:
    • vergunningen, financiële draagkracht, beroepskwalificatie en -expertise, arbeidsvoorwaarden....
    • delen van data & inzichten met de overheid en relevante stakeholders
    • financiële garanties tav gebruiker & vervoersaanbieders
    • verlenen en formuleren van een minimale user & vervoersaanbieder support
  • Aan de Vlaamse overheid wordt gevraagd om binnen haar rol als vervoersautoriteit de nodige voorzieningen te treffen om toezicht te kunnen houden op dit afsprakenkader en de capaciteit te ontwikkelen om te kunnen mediëren in het geval van conflicten. Hierbij voorzien overheden een ombudsfunctie en bemiddeling/arbitrage bij conflicten tussen Maas-aanbieders en vervoersaanbieders.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

5.3 Verdere ontwikkeling MaaS ondersteunen

Ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het MaaS-ecosysteem verwachten de stakeholders van de Vlaamse overheid dat ze in volgende aspecten het voortouw neemt:

  • Verduidelijken hoe de verschillende beleidsinitiatieven in elkaar passen: mobiliteitscentrale, Relanceplan, Hoppin, mobilidata, MaaS afsprakenkader… . Met andere woorden, wat is de visie en de samenhang, waar wil men naartoe en hoe linkt dit met de andere regionale en federale initiatieven.
  • Stimuleren van harmonisatie van lokale licentiemodellen (licentiemodellen voor delen van tweewielers, politiereglementen/Vlaams kwaliteitsmerk autodelen ...) met voldoende ruimte voor lokale differentiëring, en toepassen ervan op het Vlaamse niveau.
  • Promoten van deze MaaS marktwerking als ‘best practice’ in het algemeen, en van de principes van dit afsprakenkader in het bijzonder, bijvoorbeeld ten opzichte van de andere gewesten (op de eerste plaats het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en op federaal niveau (NMBS, B-parking). Een uitbreiding naar andere gewesten, federaal, … is namelijk een essentiële voorwaarde voor het economisch model van MaaS.
  • Afstemmen en koppelen van het beleid omtrent MaaS met andere gewesten en het federale niveau.
  • Een beleid ontwikkelen om elke stakeholder te informeren over het gebruik en hergebruik van zijn gegevens. Op die manier is de rol van elke stakeholder in het MaaS data-ecosysteem duidelijk wanneer gegevens worden opgevraagd of behandeld.
  • Eindgebruikers voorlichten en helpen om vertrouwd te worden met MaaS toepassingen.
  • Het MaaS afsprakenkader ondersteunen en jaarlijks (of wanneer stakeholders hierom vragen) een reviewproces organiseren om het afsprakenkader te evalueren en verder te ontwikkelen.

Lees de feedback op dit onderdeel

Λ Terug naar overzicht

Deel op facebook
Deel op X